Wil je weten wanneer iemand geboren werd of overleed, met wie hij getrouwd was en wie zijn ouders en kinderen waren, dan zoek je voor de periode vóór 1811 in eerste instantie in de registers van dopen, (onder)trouwen en begraven (DTB), die werden bijgehouden door de officiële Amsterdamse kerken en het stadsbestuur.

Alle doop-, ondertrouw- en begraafregisters zijn op naam doorzoekbaar gemaakt. De trouwregisters zijn niet op naam te doorzoeken.

Wil je weten wanneer iemand geboren werd of overleed, met wie hij getrouwd was en wie zijn ouders en kinderen waren, dan zoek je voor de periode vóór 1811 in eerste instantie in de registers van dopen, (onder)trouwen en begraven (DTB), die werden bijgehouden door de officiële Amsterdamse kerken en het stadsbestuur.

Alle doop-, ondertrouw- en begraafregisters zijn op naam doorzoekbaar gemaakt. De trouwregisters zijn niet op naam te doorzoeken.

Doopregisters (1564-1811)

Naam bron Archief van de Burgerlijke Stand: doop-, trouw- en begraafboeken van Amsterdam 
Toegangsnummer 5001
Inventarisnummers 1 t/m 400
 Index? Ja, doorzoekbaar via de Indexen
 Uitleg op de index? Uitleg op de index ‘Doopregisters voor 1811’

Vanaf 1564 registreerden de kerken van Amsterdam de dopen die er plaatsvonden. De geestelijke die een kind doopte, noteerde dat meteen in een doopregister. Hij vermeldde bij de datum van de doop de voornamen van het kind en de volledige naam van de ouders en de getuigen. Soms schreef hij de geboortedatum er ook bij, maar pas vanaf 1792 was registratie van de geboortedatum en geboorteplaats verplicht. 

Omdat niet iedere baby gedoopt werd, zijn niet alle Amsterdamse pasgeborenen te vinden in de doopregisters. Doopsgezinden werden bijvoorbeeld pas als volwassene gedoopt. Zij hielden in de achttiende eeuw wel gezinsregisters bij, waarin ook geboortedata staan. Joden werden helemaal niet gedoopt.

Stappenplan

De doopregisters zijn op naam doorzoekbaar gemaakt waardoor je niet meer in de chronologische en per kerk geordende registers hoeft te bladeren. Kun je de doop van een kind niet vinden, ondanks het proberen van meerdere spellingsvariaties, dan kun je de boeken digitaal doorbladeren. Hieronder staan wat tips om een persoon te vinden, buiten de indexen om:

  • De registers zijn voor iedere kerk opgemaakt. In de inventaris zijn die kerken per stroming geordend. Weet je welke religie de gezochte vader of moeder had dan kun je je zoekgebied verkleinen tot enkel die kerken.
  • Weet je in welke buurt de ouders ongeveer woonden? Dan kun je je zoekgebied verkleinen tot enkel de kerken in die buurt, en van de juiste religie.
  • Weet je in welke kerk de eventuele andere kinderen zijn gedoopt, of in welke kerk de ouders zijn getrouwd? Dan kun je als eerste de registers van die kerk doornemen.

Voor alles geldt natuurlijk dat je alleen in de juiste periode hoeft te zoeken. Noteer welke kerken je al hebt bekeken om te voorkomen dat je werk dubbel doet.

Bijzonderheden

  • Bij een doopinschrijving worden meerdere personen genoemd. Dat kunnen zijn de dopeling, de vader, de moeder, de getuigen en soms ook nog de geestelijke die de doop heeft uitgevoerd.
  • De doopinschrijvingen kunnen in verschillende talen zijn opgeschreven. Het meest gangbaar zijn Nederlands, Latijn en Frans. Veelvoorkomende termen die je kunt tegenkomen:
    • Susceptor/susceptrix: de getuige (m/v). Deze termen worden ook wel afgekort tot susc.
    • Filia/filius: zoon/dochter van
  • Kerk en locatie komen meestal overeen, maar niet altijd. Inschrijvingen van de Oude Kerk zullen ‘altijd’ plaatsgevonden hebben in de Oude Kerk, maar bijvoorbeeld de Waalse Gemeente maakte van meerdere locaties gebruik. Bij de doopinschrijving staat aangegeven om welke locatie het gaat:
    • “au W.K.” betekent dat de doop in de Westerkerk heeft plaatsgevonden
    • “a la N.E.” betekent dat de doop in de Nouvelle Eglise heeft plaatsgevonden, aan de Prinsengracht bij het Molenpad
    • “a la V.E.” betekent dat de doop in de Vieille Eglise heeft plaatsgevonden, aan het Walenpleintje op de Oudezijds Achterburgwal

Voorbeeld van een registratie

Op 23 april 1760 wordt Hendrijntje gedoopt in de Noorderkerk. Haar ouders zijn Hendrik Smit en Elisabeth Bosman, zij worden als eerste genoemd. Na de ouders volgen de getuigen: IJsbrant Bosman en Magteltje van Strijp.

20240301 DoopHendrijntje

Screenshot  inventarisnummer 82 (scan 000000050118)

Hendrijntje was niet het enige kind dat die dag gedoopt werd. Boven haar inschrijving staan nog 5 andere inschrijvingen, met de datum bij de eerste inschrijving van die dag: de doop van Willem

Ondertrouwregisters (1565-1811)

Naam bron Archief van de Burgerlijke Stand: doop-, trouw- en begraafboeken van Amsterdam 
Toegangsnummer 5001
Inventarisnummers 401 t/m 941
 Index? Ja, doorzoekbaar via de Indexen
 Uitleg op de index? Uitleg op de index ‘Ondertrouwregisters 1565-1811’

Amsterdammers die wilden trouwen moesten dat drie weken van tevoren officieel bekendmaken door in ondertrouw te gaan. In die drie weken kon er nog bezwaar gemaakt worden tegen het huwelijk. Stellen die tot de officiële gereformeerde kerk behoorden lieten hun ondertrouw inschrijven in een kerkregister. Hun huwelijksplannen werden daarna op drie zondagen afgeroepen in de Oude en de Nieuwe Kerk. De serie ondertrouwregisters van de kerk loopt van 1578 tot 1795. Amsterdammers met een ander geloof – katholieken, lutheranen, joden, doopsgezinden, remonstranten – lieten hun ondertrouw inschrijven in het zogeheten puiregister: hun trouwplannen werden dan aangekondigd aan de pui van het stadhuis. Ze trouwden ook op het stadhuis, maar daarna meestal nog een keer in hun eigen kerk. Soms is de registratie daarvan terug te vinden in het archief van het kerkgenootschap. De serie ondertrouwregisters van de pui loopt van 1581 tot 1795. Tussen juni 1795 en februari 1811 werden alle Amsterdamse ondertrouwen in één register opgetekend.

De ondertrouwregisters geven behoorlijk wat informatie over het bruidspaar. Behalve de naam van de bruid en de bruidegom staat erin hoe oud ze (naar eigen zeggen) waren, waar ze vandaan kwamen, waar ze nu woonden en of – en met wie – ze eerder getrouwd waren geweest. Bij een eerste huwelijk moesten de aanstaanden allebei een getuige meenemen, van wie de naam ook genoteerd werd: in eerste instantie de vader, anders de moeder of een ander familielid of een bekende. Tot oktober 1714 werd het beroep van de bruidegom geregistreerd en vanaf februari 1755 de godsdienst van het stel. De datum waarop het huwelijk vervolgens daadwerkelijk plaatsvond, staat opgetekend in de trouwregisters, maar daarin vind je weinig tot geen aanvullende gegevens.

Stappenplan

De ondertrouwregisters zijn op naam van de bruid en/of bruidegom te doorzoeken via onze Indexen.

Bijzonderheden

  • De gegevens die in de ondertrouwakte werden genoteerd variëren door de eeuwen heen, afhankelijk van gewoonte maar ook de klerk.
  • De datum van een ondertrouwen wordt slechts één keer gegeven, alle akten die na het noemen van een datum volgen zijn op die datum ingeschreven.

Voorbeeld van een registratie

Een deel van de formulieren die gebruikt werden was voorgedrukt. De rest werd ter plekke ingevuld door de klerk.

Hieronder zie je de inschrijving van het ondertrouwen van Sijmen Hendrixse en Feijtje Jacobs, op 28 november 1654 voor de Kerk. De datering staat elders op de pagina, of de pagina ervoor, wat te zien is aan de tekst ‘als vooren’. Dat betekent dat je voor de rest van de informatie bij de eerste akte van die dag moet zijn. Daar wordt de datum genoemd, en de naam van degenen die de inschrijvingen afhandelden.

20240306 DTBOndertrouwenA24815000022

Screenshot ondertrouwinschrijving, inventarisnummer 474 (scan A24815000022)

“Compareerden als vooren Sijmon Hendrixse van Luijck

Passementwercker out 29 jaer, ouders doot gea[d]s[is]t[eert] met Pieter

Jongh woon[en]de inde Anjeliersstraet ende

Feijtje Jacobs van Antwerpen out 22 jaer gea[d]s[is]t[eert] met haer

Moeder Jocijntje Pieters woon[en]de inde Engelse ganck”

De bruidegom is dus de 29-jarige Sijmon Hendrixse uit Luik. Hij woont op de Anjeliersstraat en is passementwerker van beroep. Omdat zijn ouders overleden zijn brengt hij iemand anders, Pieter Jongh, als getuige mee. Deze Pieter zou een collega kunnen zijn, aangezien er geen familierelatie genoemd wordt. Overigens kan het ook best zo zijn dat Sijmons ouders helemaal nog niet overleden zijn, maar dat zij niet in Amsterdam woonden.De bruid is de 22-jarige Feijtje Jacobs uit Antwerpen. Zij brengt haar moeder mee als getuige, en geeft aan in de Engelse gang te wonen.Bruid en bruidegom tekenen beiden met een merkje, wat aangeeft dat ze niet konden schrijven.

In de linkermarge is aangevuld dat “dese personen sijn den 25 julio 1655 getrouwt tot Slooterdijck test. M. Meursig pred[ikan]t aldaer”. De daadwerkelijke bruiloft heeft dus op 25 juli 1655 in Sloterdijk plaatsgevonden, aldus de verklaring van de predikant M. Meursig. Sloterdijk was op dat moment nog een zelfstandige gemeente waardoor er geen trouwregistratie in de Amsterdamse registers te vinden zal zijn.

Trouwregisters (1565-1795)

Naam bron Archief van de Burgerlijke Stand: doop-, trouw- en begraafboeken van Amsterdam 
Toegangsnummer 5001
Inventarisnummers 942 t/m 1038
Index? Nee

Stappenplan

De trouwregistratie is het enige aktetype van de DTB’s dat niet op naam doorzoekbaar is gemaakt. De reden hiervoor is simpel; dezelfde informatie en meer staat al in de ondertrouwakte. Het enige wat de trouwakte toevoegt is de bevestiging dat het huwelijk daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, de datum en de locatie.

Wanneer je de huwelijksakte van een stel dat in ondertrouw is gegaan zoekt ga je als volgt te werk:

  • Ga uit van de ondertrouwdatum + ongeveer 3 weken
  • Zoek het trouwboek uit dat past bij die periode en de religie van beide personen. In de regel kun je ervan uitgaan dat een stel dat in de kerk ondertrouwt ook in de kerk zal trouwen, en een stel dat zich bij het stadhuis (pui) registreert ook daar zijn huwelijk zal inschrijven.
  • Blader het boek door op zoek naar de juiste periode. Neem de ondertrouwdatum + 3 weken enigszins ruim: begin vanaf 2 weken vanaf de ondertrouwdatum tot 4 of 5 weken daarna.

Bijzonderheden

Sommige van de doopregisters van de niet-protestantse kerken bevatten ook de huwelijks-inschrijvingen. Naast een huwelijksinschrijving bij de pui zou je deze personen dus ook nog kunnen vinden in het boek van ‘hun’ kerk. Zie ook de uitleg op de doopregisters.

Voorbeeld van een registratie

Een inschrijving in het trouwregister geeft vaak niet meer dan de namen van de bruid en bruidegom. Soms is daar nog een plaats van herkomst of een beroep aan toegevoegd.

Op onderstaand screenshot is te zien dat op 16 juni 1658 door de heren schepenen in de ‘echt zijn bevesticht’:

  • Jan Idessen en Anna Pieters
  • Gustavus Smith en Femmetie Jacobs
  • Marcus Marcussen en Elsje Gerrits
  • Hendrick Staats en Geertruij Hobbe
  • Antonio lo Porto en Johanna de Paz

Voor deze personen is bij het inschrijven van de het trouwen geen aanvullende informatie gegeven, die is in de ondertrouwakte te vinden.

A24857000010

Screenshot van scan  A24857000010 uit inventarisnummer 947

Begraafregisters (1553-1811)

Naam bron Archief van de Burgerlijke Stand: doop-, trouw- en begraafboeken van Amsterdam 
Toegangsnummer 5001
Inventarisnummers 1039 t/m 1276
 Index? Ja, doorzoekbaar via de Indexen
 Uitleg op de index? Uitleg op de index ‘Begraafregisters voor 1811’

De Amsterdamse kerken en begraafplaatsen registreerden tot 1811 de begrafenissen in de stad. Het oudste begraafregister van Amsterdam is dat van de Oude Kerk en stamt uit 1553. De gravenmakers hielden de registers bij. Zij noteerden bij de dag van de begrafenis de naam van de overledene, het adres waar die gestorven was en het bedrag in guldens en stuivers dat voor de begrafenis betaald moest worden. Overleden kinderen uit arme families kregen vaak een graf op een van de drie stedelijke begraafplaatsen. Hun namen zijn te vinden in speciale Kinderlijkenregisters. Ook voor Amsterdammers die overleden in een gasthuis of een werkhuis waren aparte registers. 

Stappenplan

De begraafregisters zijn te vinden in onze Indexen, als bron ‘DTB Begraven’.

Bijzonderheden

  • Bij een inschrijving werd minstens genoteerd de naam van de overledene en de datum van het begraven. Inschrijvingen kunnen uitgebreid worden met gegevens over andere personen, bijvoorbeeld de echtgenoot of een ander familielid, beroep, woonadres en het bedrag dat betaald is voor het overlijden. Ook kan er opgegeven worden hoeveel kinderen de overledene had. Die gegevens kunnen weer gebruikt worden om onderzoek in de weeskamer, de instantie die instond voor de erfenis van de kinderen, te starten.
  • Vaak wordt er één keer per pagina, of bijv. per maand, de maand en het jaar genoemd. De datum van het begraven wordt voor de inschrijving genoemd.
  • Het bedrag dat betaald werd voor het begraven hangt samen met de handelingen die uitgevoerd werden rondom het begraven. Er werd bijbetaald voor de huur van een baar en roef, voor het luiden van een klok, voor de kaarsen etc. Niet alle registers geven uitgebreid informatie over de uitsplitsing van de kosten, maar sommige wel.
  • Kerken hielde de registratie van hun eigen begraafplaatsen bij. Naast de kerkelijke begraafplaatsen waren er ook stedelijke begraafplaatsen: het Karthuizer Kerkhof, St. Anthonis Kerkhof en het Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof.
  • De stedelijke begraafplaatsen hielden aparte boeken bij voor het begraven van kinderen, de zogenaamde ‘kinderlijken’.

Voorbeeld van een registratie

Op pagina 26 (een nummer dat later met potlood is toegevoegd) van het begraafboek van de Nieuwe Kerk en Engelse Kerk, zijn vanaf 10 september 1691 de volgende inschrijvingen te zien:

20240306 DTBBegravenVoorbeeldA04159000028

Screenshot inventarisnummer 1057 (scan A04159000028)

We bekijken er een paar: