Naar welke bronnen verwijst de index?

In de index zijn de volgende inventarisnummers opgenomen:

406-660 Huwelijksinteekening van de Kerk 
661-761 Huwelijksinteekening van de Puy 
762-765 Extra-ordinaris Inteekening-register 
969 Trouwregister Oude Kerk 
1008 Register van huwelijken, kerkelijk voltrokken en achteraf bekend gemaakt 

 

Wat zijn ondertrouwregisters?

Bij het Concilie van Trente (1545-1563) werden de Rooms-Katholieke kerken verplicht om naast de gegevens van de dopelingen ook huwelijken vast te leggen in registers. Dit om bastaardij en eventuele erfenisproblemen voor te kunnen zijn, maar natuurlijk ook – de Reformatie was in volle gang – om vast te leggen ‘welke schaapjes bij de kudde hoorden’. Na de Alteratie in 1578 namen de Protestanten in Amsterdam de bij het Concilie van Trente vastgestelde regels betreffende registratie van huwelijken over.

De wettige huwelijksvoltrekking diende vooraf te worden gegaan door de ondertrouw, het moment dat de aanstaande bruidegom en bruid aan de overheid officieel aangaven te willen gaan trouwen. Bij deze handeling werden de relevante personalia door een aantal schepenen (aangewezen als Commissarissen van Huwelijkse Zaken) vastgelegd in een ondertrouwregister. Daarna volgde een periode die drie zondagen omvatte. In deze kleine drie weken durende periode was het mogelijk voor familie of buitenstaanders bezwaar te maken tegen het voorgenomen huwelijk. Als er geen bezwaar werd gemaakt, ofwel ‘de geboden onverhinderd waren gegaan’, zoals het in de terminologie van die tijd heet, kon dus een kleine drie weken na de ondertrouw worden getrouwd.

Wat noteerde men bij de ondertrouw?

In de ondertrouwregisters werden van de bruidegom en de bruid de volgende gegevens genoteerd:

  • de naam
  • de geboorteplaats (Amsterdam werd veelal aangeduid als A of Amst)
  • de leeftijd in jaren (alleen bij een eerste huwelijk)
  • de huwelijkse staat, j(onge)m(an) en j(onge)d(ochter) voor niet eerder gehuwden of wed(uwnaa)r, wed(uw)e en gesch(eiden) man/vrouw bij een tweede of later huwelijk
    Het woord gedissolveerd wordt vaak gebruikt voor gescheiden.
  • het woonadres in Amsterdam (de naam van de straat) of een andere plaats waar men woonde
  • de getuige
    Bij het eerste huwelijk diende iedereen een getuige mee te brengen die ofwel toestemming gaf tot het huwelijk (één van de ouders of een voogd), ofwel de identiteit van de ondertrouwde bevestigde. In eerste instantie werd de vader geacht die rol te vervullen, in tweede instantie de moeder. Als beiden niet meer leefden, ziek of afwezig waren, kon een ander assisteren. De term die in de ondertrouwregisters voor het getuigen gebruikt werd is ‘geass(isteerd) door’ met, waar mogelijkheid’ de (familie)relatie tot de betrokkene.
  • het beroep van de bruidegom vermeld (tot oktober 1714)
  • de religie (vanaf februari 1755)

De in de ondertrouwregisters vermelde personalia werden door de bruidegom en bruid zelf opgegeven. Leeftijden hoeven daarom niet helemaal exact te kloppen. Een oudere bruidegom met een jonge bruid zal in veel gevallen zijn leeftijd een paar jaar naar beneden afronden. Een oudere bruid die met een jongere man wil trouwen zal dat ook doen. Geboorteplaatsen zijn niet altijd exact. Soms geeft iemand op in Amsterdam te zijn geboren, maar blijkt die persoon als klein kind met zijn ouders in Amsterdam te zijn gekomen. Een opgegeven plaats, vooral in het buitenland, hoeft niet de precieze geboorteplaats te betreffen. Als Hamburg als geboorteplaats wordt opgegeven kan het de stad betreffen, maar ook een dorp in de buurt enz.

Simon Hart, gemeentearchivaris van Amsterdam, deed in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw uitgebreid onderzoek naar immigratie in de 17e en 18e eeuw. Daarbij legde hij een kaartsysteem aan van herkomstplaatsen van niet-Amsterdamse huwelijkspartners uit deze ondertrouwregisters. Hij zocht uit waar de plaats lag en, als de plaats nog bestaat, wat de hedendaagse naam is. Hij deed ook onderzoek naar de handelsrelaties met de Oostzeelanden en met Nieuw Amsterdam. En alle ‘herkomstplaatsnamen’ die hij daarbij tegenkwam in notariële akten nam hij op in zijn kaartsysteem. Op basis van het kaartsysteem is een lijst samengesteld met verwijzingen van oude naar nieuwe namen. Deze lijst, met in totaal 57.508 verwijzingen, kunt u op hier downloaden.

Wat betekenen de marginale aantekeningen bij de ondertrouw?

In de marge van de ondertrouw-inschrijving werden verschillende soorten aantekeningen gemaakt:

  • hij vrouws dood goed/zij mans dood goed ingebracht
  • hij/zij weeskamer (WK) voldaan
  • hij/zij vaders/moeders consent (9sent) goed ingebracht
  • geroijeerd
  • niet gecompareerd/geholpen
  • separatie goed ingebracht
  • vermelding van één (of meerdere) plaats(en)
  • kerk/pui
  • vermelding dat de tweede en derde afkondiging tegelijk mochten plaatsvinden
  • verwijzing naar het huwelijks-krakeelregister

De betekenis van de marginale aantekeningen worden uitgelegd in het voorbeeld.

Wat is het verschil tussen de registers voor Kerk en Pui?

In 1578 werd bepaald dat de ondertrouw en het daarop volgende huwelijk voor iedereen, ongeacht welk kerkgenootschap men aanhing, verplicht werd gesteld. Er werd echter wel uitgegaan van twee verschillende groeperingen met daarbij verschillende bijbehorende handelingen die moesten worden verricht. Die verschillende handelingen uiten zich ook in verschillende registers.

De ene groep was de groep bestaand uit Nederduits-Gereformeerden, de bevoorrechte kerk. Inschrijving van de ondertrouw vond plaats in een zogenaamd kerk-register. Na inschrijving werden de namen van de trouwlustigen drie achtereenvolgende zondagen afgeroepen in de Oude en Nieuwe Kerk. Als er in die tijdspanne geen bezwaar werd gemaakt tegen het voorgenomen kon het paar enkele dagen volgend op de laatste afroeping trouwen in de Oude, Nieuwe of Waalse Kerk. Dit huwelijk in één van die drie Nederduits-Gereformeerde kerken werd gezien als wettig huwelijk. De serie ondertrouwregisters van de kerk loopt over de periode augustus 1578 tot en met mei 1795.

De andere groep bestond uit personen afkomstig uit de andere kerkgenootschappen: Rooms-Katholieken, Lutheranen, Joden, Doopsgezinden, Remonstranten etc. Deze groep wordt ook wel dissenters genoemd. Voor deze groep werden aparte registers gebruikt, zogenaamde pui-registers. Na inschrijving van de ondertrouw in het pui-register werden de namen van de trouwlustigen opgehangen aan de pui van het stadhuis. Hier kon iedereen die dat wilde lezen wie er wilde gaan trouwen en eventueel bezwaar maken. Als dat bezwaar niet gemaakt werd kon het huwelijk gesloten worden. De huwelijken van deze groep werden gesloten door de schepenen in het stadhuis. Voor deze groep gold dat alleen huwelijken gesloten in het stadhuis als wettig werden gezien. De serie ondertrouwregisters van de pui loopt over de periode februari 1581 tot en met mei 1795.

Op 6 juni 1795 (‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap’) verviel het verschil tussen de kerk- en puiregisters. Iedereen werd vanaf juni 1795 tot en met februari 1811 in één serie ondertrouwregisters (inventarisnummers 640-660) geregistreerd.

Waarom bezwaar maken?

De reden dat een periode werd ingelast om bezwaar te kunnen maken tegen een voorgenomen huwelijk lag in het feit dat er voordien nogal eens onduidelijkheid was over de status van een huwelijk.

Voor de invoering van de regels van het Concilie van Trente was bigamie geen zeldzaam verschijnsel. Als iemand wist dat een trouwlustige ergens anders nog een partner in leven had (waarvan men niet officieel was gescheiden) kon diegene bezwaar maken. Een eerder afgelegde en niet herroepen huwelijksbelofte kon ook een reden tot bezwaar zijn. De door een man aan de vrouw gedane huwelijksbelofte werd als bindend ervaren. Na die belofte, vaak vergezeld gaande van een geschenk, werd het voorgenomen huwelijk dan ook alvast ‘geconsumeerd’. Als de man enige tijd later met een andere vrouw in ondertrouw ging of zijn belofte op andere wijze niet nakwam, kon de eerst ‘verloofde’ vrouw daartegen bezwaar maken. De zaak kwam dan voor de schepenen, vermeld in de huwelijkskrakeel-registers, die uitspraak deden over de voortgang van de ingeschreven ondertrouw.

Andere redenen om ‘de geboden op te houden’ waren het weigeren van toestemming tot het huwelijk door (één van) de ouders of voogden of het niet in orde hebben van de benodigde papieren.

Waarom de ondertrouwregisters geïndexeerd en niet de trouwregisters?

De ondertrouwregisters bevatten een schat aan informatie over de aanstaande bruidegom en bruid. In de trouwregisters staan, afgezien van de trouwdatum en de plaats waar het huwelijk werd gesloten, alleen de namen van bruidegom en bruid vermeld.

Los daarvan zijn er meer mensen in Amsterdam in ondertrouw gegaan dan getrouwd. Redenen daarvoor zijn:

  • ondertrouwden waartegen terecht bezwaar werd gemaakt konden hun voornemen niet laten resulteren in een wettig huwelijk
  • paren die in Amsterdam woonden en in een andere plaats wilden trouwen (bijvoorbeeld in Sloterdijk of Buiksloot) dienden ook in hun woonplaats ondertrouwd te zijn
  • als één trouwlustige in Amsterdam woonde en de ander in een andere plaats werd in beide plaatsen ondertrouwd: in sommige gevallen trouwde men in Amsterdam, in andere gevallen in de andere plaats
  • paren die tijdens de ondertrouw toch maar afzagen van het wettige huwelijk. In de akte staat dan in de marge ‘niet gecompareerd’, wat wil zeggen dat het paar wel werd ingeschreven, maar niet verscheen om hun handtekening te zetten. Het wil niet zeggen dat die paren nooit getrouwd zijn, mogelijk gingen zij later in Amsterdam of elders opnieuw in ondertrouw.

Welke trouwregisters zijn naast de ondertrouwregisters aanwezig?

De trouwregisters dienen dus naast de ondertrouw geraadpleegd te worden om de werkelijke trouwdatum te vinden. Hiervoor zijn trouwregisters aanwezig van de volgende locaties over de periode:

Oude Kerk Archief 5001 969-987 Pasen 1565-juni 1795 
NIeuwe Kerk Archief 5001 988-1000  november 1578-mei 1795  
Waalse Kerk Archief 5001  1001-1005 januari 1584-mei 1795 
Stadhuis Archief 5001  942-968 juni 1604-februari 1811 

Op 6 juni 1795 verviel het onderscheid tussen kerk- en puiregisters en werden de wettige huwelijken voor mensen van alle kerkgenootschappen gesloten op het stadhuis door het Comité van Justitie.

Andere registers dan ondertrouwregisters in deze index?

Naast de ondertrouwregisters van voor 1811 bevat deze index:

988 De huwelijken in de toen nog Rooms-Katholieke Oude Kerk tussen Pasen 1565 en augustus 1578  Reden hiervoor is dat er over die periode geen ondertrouwregisters bewaard zijn gebleven en deze index zoveel mogelijk de gegevens van alle ondertrouwden en gehuwde paren wil aanbieden. 
1008 Een register lopend over de periode oktober 1621 tot november 1630 Dat bevat kerkelijk voltrokken huwelijken die achteraf aan de schepenen bekend werden gemaakt. Het gaat hier om huwelijken die elders waren gesloten, bijvoorbeeld door Portugese Joden in Rooms-Katholieke kerken op het Iberisch schiereiland of door Brabanders, Vlamingen of Fransen in hun vroegere woonplaatsen. Met deze verlate inschrijving maakten zij hun huwelijk alsnog wettig en voldoend aan de regels die golden in de Republiek. 
762-765 De extra-ordinaris intekenregisters  Deze registers lopen van november 1578 tot juni 1636 en bevatten alle inschrijvingen op personen die elders ook al in ondertrouw waren gegaan. Van deze paren woonde de ene persoon elders, de ander in Amsterdam. Aangezien deze inschrijvingen eigenlijk een formaliteit waren, er werd toch in die andere plaats getrouwd, werden daartoe tot juni 1636 aparte registers aangelegd. Na juni 1636 werden deze inschrijvingen van ondertrouw elders opgenomen tussen de reguliere ondertrouwen. 

Waarom komt een naam soms twee keer voor in de index?

Er zijn verschillende redenen waarom een naam soms meerdere keren in de index kan voorkomen, ook als het geen latere ondertrouw betreft.

  • De eerste reden is dat er voor gekozen is wanneer de handtekening afweek van de door de schepenen ingevulde naam, beide namen op te nemen in de index.
  • De tweede reden kan liggen in het feit dat bij de ondertrouw de trouwlustigen niet verschenen en er ‘niet gecompareerd’ bij werd geschreven. Vaak werd die akte dan met een streep doorgehaald. Het gebeurde nogal eens dat het paar een paar weken later opnieuw liet aantekenen. Dan zijn beide inschrijvingen opgenomen in de index.
  • Een derde reden kan zijn dat het hier een gemengd huwelijk tussen een Gereformeerde (die dus moest worden ingeschreven in het kerk-ondertrouwregister) en een niet-Gerformeerde betrof (die dus in het pui-ondertrouwregister moest worden ingeschreven). De schepenen kozen er dan voor een dubbele vastlegging in beide ondertrouwregisters.

Was er een kerkelijk huwelijk na het wettig huwelijk?

Na het sluiten van een wettig huwelijk door Nederduits-Gereformeerden in de Oude, Nieuwe of Waalse kerk was aan alle verplichtingen voldaan. Voor de niet-Gereformeerden lag dat echter anders. Na hun wettige huwelijksvoltrekking op het stadhuis was voor hen de kous nog niet af. Zij hadden wel aan hun wettige verplichting voldaan, maar nog niet aan hun kerkelijke verplichting. Voor dissenters gold dat voor hen het wettige huwelijk niet belangrijk was en bindend, die maatregel was een door de overheid opgelegde noodzakelijkheid. Na sluiting van het wettige huwelijk trouwden dissenters dan ook nog een keer volgens de riten van hun eigen kerkgenootschap.

Die kerkelijke huwelijken zijn net als de wettige huwelijken niet opgenomen in deze index, maar soms wel terug te vinden in de archieven van de desbetreffende kerkgenootschappen. Zo zijn de huwelijken gesloten in de Evangelisch-Lutherse kerken bewaard vanaf 1591, de huwelijksregisters van de Doopsgezinde Gemeente bij het Lam over de periode 1621-1668 en die van de Portugese Joden vanaf 1673. Van sommige kerkgenootschappen zijn geen kerkelijke huwelijksregisters bewaard gebleven. Bij Rooms-Katholieken geldt dat niet altijd duidelijk is in welk kerkgebouw getrouwd werd. Niet van alle Rooms-Katholieke kerkgebouwen zijn de huwelijksvoltrekkingen overigens bewaard gebleven.

Belangrijk om te vermelden is de regel dat het kerkelijk huwelijk van dissenters pas gesloten mocht worden na het wettig huwelijk in het stadhuis. Er zullen echter zeker gevallen zijn van kerkelijke huwelijken die, clandestien, al voor het wettig huwelijk zijn gesloten. Ook zijn er gevallen bekend van dissenters die wel kerkelijk trouwden (Joden, Quackers), maar niet in ondertrouw gingen en dus geen wettig huwelijk sloten.

Herkomstplaatsen bruid en bruidegom

Veel trouwlustigen kwamen oorspronkelijk van buiten Amsterdam. In de akte is na het noemen van de naam van de bruid of bruidegom te lezen van welke plaats zij komen, waar zij dus vandaan komen. De schrijfwijze van de plaatsnamen en landen wil nogal eens wisselen en lastig te interpreteren zijn, onder andere omdat de gegevens fonetisch genoteerd konden worden als ze de klerk niet bekend voorkwamen.

Een hulpmiddel bij het identificeren en lokaliseren van de plaatsnamen genoemd in de ondertrouwregisters, maar zeker ook in het notarieel archief, is het overzicht Geografische verwijzingen notarieel en ondertrouw (PDF). Dit overzicht is gebaseerd op onderzoek door Simon Hart, uitgevoerd ca. 1950-1960 op de ondertrouwregisters en het notariële archief. De gegevens zijn niet bijgewerkt naar de geografische situatie van tegenwoordig.

Voorbeeld registratie kerk

A24022000090

Bij de eerste inschrijving (rechtsboven) luidt de tekst:
Den 30 Augustus 1765
Compareerden als vooren jan Bakker, van Amsterdam,
Gerefor(meerd), wed(uwnaa)r (van) Grietje Bakker, in de Roosetraat
(en) Jannetje Derdeijn, van Amst(erdam), gerefor(meerd),
oud 22 jaren, op de Roosegragt, geads(isteer)t
met haar stief vader Mattijs Hessenberg

In de marge staat ‘Hij vrouws doot goet ingebr(acht)’. Van de bruidegom werd verwacht dat hij het bewijs van de dood van zijn eerste echtgenote meebracht.

Bij de tweede inschrijving staan vier strepen door de inschrijving en onderaan toegevoegd ‘Niet geholpen’. Bovenaan staat nog de aantekening ‘Sij bewijs van diakenen’. De bruid haar ouders waren al overleden en zij zat (of had gezeten) in het Diakonie Weeshuis. Daarom moest zij toestemming hebben van de diakenen van dat weeshuis. Mogelijk kon zij die toestemming niet leveren, waarna de ondertrouw werd doorgehaald.

De tweede inschrijving op de linker bladzijde is ook doorgehaald met de toevoeging ‘Niet gecompareert’. Dit paar liet zich wel inschrijven, maar verscheen niet om de inschrijving te controleren en ondertekenen. De ondertrouw verviel daarmee.

Voorbeeld registratie pui

OTR00237000173

De tekst van de eerste inschrijving links bovenaan luidt:
Compareerden als vooren Casper Omsteede, van
Oberhammelwaerden int graafschap
Oldenburg, Luters, wed(uwnaa)r (van) Susanna
Roberta Hoog, (wonende) opt Molenpad & Anna Metta
Looze, van Elsfliet int graafschap Oldenburg,
Luters, oud 27 iaer, (wonende) op Cingel, oud(ers) dood, geads(isteer)d
Met haar oom Jacob Looze

In de marge staan twee aantekeningen:
‘hij vrouws dood goet ingebr(acht)’, wat inhoudt dat hij het bewijs van overlijden van zijn eerste echtgenote moest meebrengen, en
‘hij weescam(er) voldaan 17 November 1767’. Aangezien de eerste echtgenote van Casper Omsteede bij haar overlijden één (of meer) minderjarige kind(eren) naliet, moest Casper bij zijn hertrouwen toestemming hebben van de Weeskamer om te kunnen hertrouwen. Die toestemmingen zijn genoteerd in de begraafregisters van de Weeskamer, chronologisch geordend op begraafplaats van de overleden echtgeno(o)t(e).

Zie voor meer informatie over de Weeskamer de uitleg bij de Veelgestelde vragen

Bij de tweede inschrijving staat in de marge de volgende tekst:
‘Op den 26 November 1767 hebben haar Edele Groot Agtbaere Heeren Burgemeesteren geordineert a(a)n R: van Poederoijen, bode, geordineert dat deese nevens staande persoonen haar twe(e)de gebod te gelijk mogen hebben op Sondag Den 29 November 1767’. In dit geval werd dus toestemming gegeven om in plaats van drie zondaagse afkondigingen genoegen te nemen met twee zondaagse afkondigingen. Dit gebeurde vaak bij zeelui die op het punt van vertrek stonden en voor de afvaart nog snel wilde trouwen. Ook bij dit uit Noorwegen afkomstige paar zal dat het geval zijn geweest.

Bij de derde akte op de rechterbladzijde staat in de marge ‘hij vaders consent goet ingebragt’ en bovengeschreven staat ‘sij vaders consent goet ingebracht’. Zowel bruidegom als bruid hadden een vader die bij het huwelijk moesten assisteren. Zijn vader woonde echter in Pillo en was niet aanwezig. Ook haar vader, hoewel niet vermeld waar hij verbleef, was niet van de partij. Beiden moesten dus een schriftelijk consent (toestemming) van hun vader laten zien. De terminologie ‘goet ingebracht’ heeft dus niets met bij het huwelijk ingebrachte goederen te maken, maar is een bevestiging dat de benodigde papieren in orde waren bevonden.

Op dezelfde wijze kunnen marginale aantekeningen worden aangetroffen over:

  • het inleveren van het bewijs ‘van separatie’ (echtscheiding)
  • de vermeldingen van kerk of pui, waarmee werd aangegeven dat de inschrijving ook in het andere ondertrouwregisters moest worden opgenomen. Het betrof dan een gemengde huwelijk.
  • een verwijzing naar een huwelijkskrakeelregister, als door één van de partijen bezwaar werd gemaakt tegen het voorgenomen huwelijk, of als één van de twee partijen geen toestemming kreeg tot het aangaan van het huwelijk (door ouders of voogden)
  • een vermelding van een andere plaats dan Amsterdam, aangevend dat men in die plaats ook in ondertrouw was gegaan of moest gaan
  • de aantekening dat men in een in een andere plaats dan Amsterdam (bv. Sloterdijk of Buiksloot) was getrouwd

Voorbeeld vóór 1603/1606

OTR00189000053

Voor 1603 (kerk) en 1606 (pui) werden in de ondertrouwregisters nog geen voorgedrukte formulieren gebruikt, maar werd de verplichte tekst geheel uitgeschreven. De tekst van de akte links bovenaan luidt als volgt:

Ten dage en(de) voor Com(m)iss(arissen) voorsc(hreven) compareerden Jan Jacobsz, varendgeselle, oudt xxv jaren, woonen(de) in Sint Jacobsstrate, geassisteert mit Femmetgen Pietersdr, sijn moeder, ter eenre (=ter ener zijde),
en(de) Annetgen Sijmonsdr, van Antwerpen, oudt xx jaren, (bovengeschreven: 12 ans, dat betekende dat Annetgen sinds twaalf jaar in Amsterdam woonde),
woonen(de) als vooren, geassisteert mit Sijmon Jansz hare vader en(de) Brechge Pietersdr hare moeder, ter andere zijden, ende geven aen verzoekende als voren Ende naerdien zij op alles naer behooren geantwoordt hadd(en), sijn hun hare geboden v(er)williget.

Bovenstaande tekst kan in de ondertrouwregisters voor 1603/1606 enigszins afwijken.

Voorbeeld bekendmaking achteraf

A27977000021

Dit voorbeeld bevat mededelingen van kerkelijk voltrokken huwelijken die later bekend werden gemaakt aan de schepenen.
De tekst luidt als volgt:
xen (=10) augusti 1622, David Salon ende Rachel Osorio verclaerden inde maent van mertio anno 1619 naer haer gewoente getrout te wesen ende inde houwel(ijksen) staete vergadert te zijn ende sijn hier als getuijgen die tselve verclaerden present geweest David Osorio ende Abraham Aboab