Wat is het signalementenregister?
Het signalementenregister is een register waarin de Amsterdamse politie van 1880 tot 1917 bijhield welke gevangenen elders in het land waren vrijgelaten. Van de vrijgelaten gevangen werden een foto en gegevens opgenomen in het register ter ondersteuning van handhaving van orde en veiligheid.
Welke gegevens vind ik in het signalementenregister?
Het register bestaat uit voorgedrukte formulieren waarin gegevens genoteerd konden worden over: naam, voornaam, bijnaam, leeftijd, beroep, geboorte- en woonplaats, misdrijf, veroordeling en kenmerken van het uiterlijk. Bij vrijwel iedere inschrijving is een foto geplakt.
Om hoeveel inschrijvingen gaat het?
In totaal zijn er ruim 9.500 inschrijvingen in de registers gemaakt in de periode tussen 1880 en 1917. Het eerste deel bevat inschrijvingen van 1880 tot 1883; daarna is er een serie van 12 registers die begint in 1898 en loopt tot 1917.
In welk archief wordt het signalementenregister bewaard?
Het signalementenregister maakt deel uit van het onderdeel Recherche van het archief van het Hoofdbureau van Politie.
Zijn er nog meer registers met dit soort gegevens?
In ditzelfde onderdeel van het archief zijn ook registers bewaard op verdachte vreemdelingen en anarchisten. Die zijn (nog) niet geïndexeerd. Bekijk ook: het Stuk over Anarchistenregister en lees de inleiding op de inventaris van het Politiearchief.
Voorbeeld
Dit zijn twee inschrijvingen in het signalementenregister van Barend en David Vet in 1910.
Barend is volgens deze inschrijving geboren in Amsterdam op 2 april 1858 (in de Gezinskaarten van het Bevolkingsregister is zijn geboorte geregistreerd op 8 april 1858) en zijn broer David is geboren op 2 januari 1869. Barend is voor diefstal in Groningen achter de tralies gezet en kwam op 14 april 1913 vrij. De correctie van de datum heeft wellicht te maken met de datum van vrijlating van David. Die zat ook voor diefstal in Groningen en kwam op 14 mei 1913 vrij. Een paar jaar later is David weer geregistreerd in het signalementenregister. Dat was in 1914. Hij zat toen wegens heling in Utrecht en werd in 1916 weer ontslagen.
Volgens de Gezinskaarten waren de broers koopman van beroep. In het album dat hoofdcommissaris Hordijk bijhield van alle bijzondere gebeurtenissen en opmerkelijke misdaden in de stad komen de broers ook voor. Samen met hun jongere broer Leendert Vet. De rij veroordelingen die Hordijk bij hun namen en foto's noteert is aanmerkelijk langer: bedelarij, diefstal, mishandeling, belediging en boete voor het spelen van het Hazardspel. Van beroep noemt Hordijk deze heren: Kwartjesvinders.