Naar welke bronnen verwijst de index?

De index verwijst naar de volgende inventarisnummers uit het Archief van de Dienst Marktwezen:

1-23 Marktkaarten   1912-1936 
24-53 Marktkaarten Centrale Markthallen  1934-1954
54-132 Eerste aanvulling   
133-259 Tweede aanvulling   

Wat zijn marktkaarten?

Marktkaarten zijn kaarten (in totaal ca. 16.450) in het archief van de Dienst Marktwezen met gegevens van kooplieden met een vaste standplaats op een markt. De kaarten vormen een schaduwbestand op de legitimatiekaarten die aan de kooplieden werden uitgegeven.

De oudste marktkaarten dateren van voor 1922, beginnend met een aantal kaarten in 1912. Het betreffen staanplaatsen voor handkarren en manden langs de openbare weg. Toen in 1922 alle markten onder supervisie van de Dienst Marktwezen werden geplaatst moesten de kooplieden op alle markten marktgeld betalen en is het systeem van legitimatiekaarten sterk uitgebreid. Voor 1922 was de politie verantwoordelijk voor het toezicht op de kosteloze markten.

De tweede serie marktkaarten, die alleen de Centrale Markthallen betreffen, zijn uitgegeven vanaf het ontstaan van de markt in 1934. De laatste kaart in dit bestand is van 1954. Kaarten uit een recentere periode zijn nog niet geïnventariseerd.

010004000204

Wat zijn legitimatiekaarten?

Legitimatiekaarten zijn de kaarten waarmee marktkooplieden konden aantonen dat ze recht hadden op een vaste staanplaats op een markt. Op de legitimatiekaart staan dezelfde persoonsgegevens als op de marktkaart en er is ook een pasfoto op geplakt. De legitimatiekaart is het bezit van de marktkoopman en zou dus thuishoren in zijn persoonlijk archief, maar dergelijke archieven zijn niet vaak bewaard gebleven. Tussen de marktkaarten in het archief van de Dienst Marktwezen zijn een aantal legitimatiekaarten bewaard gebleven (in totaal ruim 500 stuks). Misschien betreft het kaarten die zijn ingetrokken of die zijn aangevraagd, maar nooit opgehaald door de aanvragers.

Wanneer kreeg een marktkoopman een legitimatiekaart?

Legitimatiekaarten werden uitgegeven aan houders van vaste staanplaatsen op een markt en aan verkopers met karren met etens- en drinkwaren en manden met bloemen met een vaste staanplaats langs de openbare weg. Iemand kwam in aanmerking voor een vaste staanplaats wanneer hij gedurende één maand aan de verplichtingen van een vaste marktkoopman had voldaan. De meeste aanvragen voor staanplaatsen langs de openbare weg werden afgewezen.
In de jaren dertig van de twintigste eeuw waren er ongeveer 645 personen met zo'n vergunning. Op hun marktkaart staat geen naam van een markt ingevuld. De meeste aanvragen voor een vaste staanplaats ergens in de stad werden overigens afgewezen. Zo werden voor de verkoop van kleine etenswaren en bloemen in 1926 666 aanvragen ingediend waarvan er 484 werden afgewezen. 

Was er geen kaart nodig voor een losse staanplaats op de markt of voor het venten op straat?

Op de markten werden dagelijks ook losse staanplaatsen vergeven. Hiervoor werd geen staangeld betaald en de kooplieden hadden in eerste instantie geen legitimatiekaart nodig. Met ingang van november 1943 veranderde dat en kregen ook losse kooplieden op de algemene dagmarkten een legitimatiekaart.

Ten slotte waren er 'ongeregelde' venters zonder vergunning, die door de stad trokken op zoek naar kopers. Zij hielden zich bij voorkeur op bij drukke pleinen, kruispunten en doorgaande wegen. Sterke uitbreiding van het aantal venters leidde in 1934 tot het opstellen van een Ventverordening en een ventvergunning. Een kaartbestand betreffende ventvergunningen is nog niet geïnventariseerd.

Zie ook het Archief van de Afdeling Levensmiddelen, Was- en Schoonmaak, Bad- en Zweminrichtingen.

Welke gegevens zijn te vinden in de index?

In de index zijn de volgende gegevens opgenomen:

  • datum inschrijving
  • naam van de ingeschrevene
  • naam partner
  • locatie markt
  • geboortedatum
  • woonadres

Welke gegevens zijn te vinden in de bron?

De marktkaarten zelf bevatten nog meer gegevens over de ingeschrevenen:

  • artikel dat verkocht werd
  • dag waarop de koopman een plaats op de markt had
  • datum van inschrijving en uitreiking van de vaste standplaats
  • bijzonderheden, zoals waarschuwingen om plaats beter te bezetten of intrekking van standplaats
  • pasfoto van ingeschrevene en eventueel van partner

Overigens zijn niet alle gegevens altijd opgenomen en de pasfoto kan ontbreken. Er is ook een kleinere serie kaarten (in totaal ca. 3.580) die de Centrale Markthallen betreffen. Ze zijn van later datum, hebben een groter formaat en een andere indeling.

Om welke markten gaat het?

Eind 1922 waren er algemene dagmarkten op de Nieuwmarkt, het Waterlooplein, de Albert Cuypstraat, het Amstelveld, de Dapperstraat, de Ten Katestraat en de Lindengracht. Daarnaast waren er algemene weekmarkten op het Amstelveld, de Noordermarkt en in de Westerstraat. Die op de Nieuwmarkt en het Waterlooplein waren veruit de grootste markten, met ongeveer 300 plaatsen. Een tijdelijke markt in het nieuwe stadsgedeelte aan de noordzijde van het IJ, aan de Buiksloterweg, bleek geen succes en ook een nieuwe markt in Tuindorp Oostzaan kwam niet echt van de grond. De populaire zondagochtendmarkt op Uilenburg en de markt op het Iepenplein in Amsterdam-Noord waren kosteloze markten en vielen niet onder beheer van de Dienst Marktwezen. Ten slotte waren er, met name in het midden van de jaren dertig van de twintigste eeuw, nog een aantal clandestiene markten van venters die op drukke punten in de stad samenklonterden. De Dienst Marktwezen wilde sommige plekken wel 'witten', maar de marktbond Mercurius was hiertegen, vanwege de concurrentie voor de overige marktkooplieden en ook de venters zelf wilden er niet aan omdat ze dan 's winters geen steun kregen.

De Centrale Markt aan de Jan van Galenstraat is gestart in 1934. Het was geen consumentenmarkt, maar de markt waar de kleinhandelaren hun aardappelen, groenten en fruit kochten. Voor 1934 was er een vergelijkbare markt aan de Marnixkade, waar de kade was ingericht voor het aanleggen van de schuiten waarmee de tuinders hun producten naar Amsterdam brachten. Voor de markt aan de Marnixkade zijn geen legitimatiekaarten uitgegeven, voor de Centrale Markt aan de Jan van Galen wel.

Zijn er ook kaarten uitgegeven tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Het aantal aanvragen voor kaarten liep tijdens de oorlog natuurlijk sterk terug. Traditioneel namen Joodse kooplieden en venters een belangrijke plek in bij de markt- en straathandel. Augustus 1941 besloot de wethouder van Levensmiddelen al om geen nieuwe staanplaatsen op de openbare weg aan Joden uit te geven en september van hetzelfde jaar maakten de Duitsers een einde aan de deelname aan openbare markten voor Joden. De gemeente stelde daarop drie kinderspeelplaatsen beschikbaar om een Joodse markt te houden. Toen in de zomer van 1942 de deportaties al in volle gang waren probeerden een tweetal Joodse kooplieden nog een vrijstelling te krijgen voor Joodse vergunninghouders. Maar bij de wethouder Levensmiddelen J.L. Strak was men aan het verkeerde adres. Het leek hem niet wenselijk mee te werken aan verdere uitbreiding van vrijstellingen "daar wij dan nooit van de joden afkomen". Augustus 1943 werden de Joodse markten op het Waterlooplein en in de Gaaspstraat op last van de Duitsers opgeheven; eind 1943 werd ook de Nieuwmarkt opgeheven. Er was weinig publiek en veel zwarte handel.

Wat betekent het als ik meerdere malen gegevens van dezelfde persoon aantref?

Dat kan twee dingen betekenen. In de eerste plaats kan het voorkomen dat dezelfde persoon meerdere legitimatiekaarten heeft aangevraagd en ontvangen, bijvoorbeeld in verschillende perioden of voor verschillende markten. Er kunnen verschillende gegevens en foto's op de kaarten zijn vermeld. In de tweede plaats kan het zijn dat, behalve de marktkaart, ook de legitimatiekaart nog in het kaartsysteem zit. Kennelijk is de kaart dan wel aangevraagd, maar niet opgehaald.

Kan het voorkomen dat een marktkoopman legitimatiekaarten had voor verschillende markten?

Ja, dat komt vaker voor. Hij kon bijvoorbeeld een paar dagen in de week op de ene markt staan, en de rest van de week op een andere markt. Voor beide markten heeft hij dan een legitimatiekaart. Hij kan op die twee markten ook verschillende producten verkopen.

010163001671

Als de naam van de markt ontbreekt is die dan niet bekend?

Nee, als er geen naam van een markt op de kaart staat wil dat zeggen dat de marktkoopman een vaste staanplaats had langs de openbare weg. Hij verkocht vanaf een rijdende kraam. Dateert de kaart van na 1943 dan kan het ook zijn de marktkoopman gebruik maakte van losse staanplaatsen op één van de algemene dagmarkten.

Zijn alle gegevens openbaar?

Nee, op bepaalde Marktkaarten rust een openbaarheidsbeperking. Lees hier meer over het beleid met betrekking tot niet-openbaar archief en persoonsgegevens van het Stadsarchief Amsterdam.

Verantwoording

Mede dankzij de inspanningen van de heer D. Verdooner is een index gemaakt op het systeem van marktkaarten uit het archief van de Dienst Marktwezen.

Voorbeeld

745 4817

Deze kaart betreft een marktvergunning uitgegeven op 8 oktober 1928 aan de heer B.I. Abram, geboren 18 augustus 1899. Hij kreeg vergunning om van dinsdag tot en met zaterdag op de Dappermarkt met dameshoeden te staan. Aangetekend is dat hij herhaaldelijk is aangemaand om zijn plaats op de markt ook te bezetten. Na zijn overlijden is de vergunning overgegaan op zijn weduwe, mevrouw J. Abram-Emanuel. Van haar is geen foto bijgeplakt op de kaart. Op andere kaarten kan dat wel het geval zijn.