Wat zijn transportakten?

De termen transportakten en kwijtscheldingen worden vaak door elkaar gebruikt.

Een transportakte is de akte waarin de overdracht van onroerend goed is geregistreerd. Voor 1811 waren er in Amsterdam zes manieren om onroerend goed rechtsgeldig te transporteren:

  1. ordinaris kwijtschelding voor schepenen
  2. executie kwijtschelding voor schepenen
  3. sententie van willig decreet van het Hof van Holland
  4. sententie van onwillig decreet van het Hof van Holland
  5. huisverkoping voor weesmeesters
  6. huwelijk of vererving, eventueel met opmaak van huwelijkse voorwaarden of boedelscheiding voor notaris

Wat zijn ordinaris en executie kwijtscheldingen?

Een ordinaris kwijtschelding is een transportakte die werd opgemaakt na een ‘gewone’ verkoop van onroerend goed, een executie kwijtschelding is een transportakte die werd opgemaakt na een executoriale verkoop als een eigenaar zijn schulden niet kon betalen.

De koper ontving de transportakte geschreven op perkament en voorzien van de zegels van de twee schepenen waarvoor het transport plaatsvond. Dit heet de ‘grosse’ van de akte. In de stedelijke registers werd de akte ook ingeschreven. Dit heet de ‘minuut’ van de akte. De minuut kan ten opzichte van de grosse enigszins zijn ingekort, maar bevat in principe dezelfde gegevens.

In de archieven van de schepenen zijn de minuten van de kwijtscheldingen voor 1811 te vinden in twee series: de serie ordinaris kwijtscheldingen die loopt van 1563 tot 1811 (toegangsnummer 5062, inventarisnummers 1-200 en de serie executie kwijtscheldingen van 1605 tot 1811 (toegangsnummer 5061, inventarisnummers 2163–2182).

Wat zijn willige en onwillige decreten?

Bij de verkoop van onroerend goed kon het Hof van Holland een sententie van willig decreet afgeven. Dit om de koper te verzekeren dat niemand na levering van het onroerend goed hier nog rechten op kon doen gelden. De deurwaarder van het Hof maakte op een openbare plaats bekend dat een ieder die meende rechten op het goed te kunnen laten gelden dit binnen een zekere termijn aan het Hof bekend moest maken. Als na een vierde dagvaarding niemand kwam verleende het Hof het willig decreet. Aanspraken op het onroerend goed konden na verkoop en overdracht met een willig decreet niet meer op de koper worden verhaald. Wel was het nog enige tijd mogelijk dat derden aanspraak konden maken op het geld dat de verkoper had ontvangen. Het geld werd daarom onder akte van cautie (= borgstelling) afgegeven. De akten van cautie werden opgemaakt voor schepenen.

Het was vanwege deze mogelijkheid tot verhaal op de kooppenningen, dat schepenen van de stad de willige decreten van het Hof van Holland registreerden. In de registers van sententiën (= vonnissen tot verkoop) van willige decreten staan de verkopingen en de akten van cautie opgetekend (toegangsnummer 5066, inventarisnummers 1-58, 1636 - 1805; nr. 59, jaren 1805-1810, is vermist) en in de afschrijvingsregisters bij willige decreten staat de administratie van het bij het Hof in consignatie gegeven geld (toegangsnummer 5067, inventarisnummers 1-47, 1642 - 1810).

Wanneer het Hof van Holland opdracht gaf tot executoriale verkoop geschiedde het transport bij ‘onwillig decreet’. Van deze transporten is geen administratie aanwezig in het Stadsarchief. In de index zijn dus ook geen verwijzingen te vinden naar verkopingen bij onwillig decreet voor het Hof van Holland.

Wat zijn huisverkopingen voor weesmeesters?

De Weeskamer administreerde en beheerde de bezittingen van de wezen tot hun meerderjarigheid. Hiertoe behoorden dikwijls huizen. Er zijn registers van huisverkopingen voor weesmeesters bewaard gebleven uit de periode 1530-1696 (toegangsnummer 5073, inventarisnummers 910-931). Huisverkopingen voor weesmeesters vonden plaats zonder tussenkomst van de schepenen.

Wat staat er in de transportakten?

U vindt gegevens over kopers, verkopers, een omschrijving van het onroerend goed, de data van verkoop/overdracht en het betaalde bedrag. Vermeld kan zijn hoe de verkoper aan zijn bezit is gekomen, bijvoorbeeld door koop, erfenis of huwelijk. Daarbij wordt verwezen naar akten waarop dat gebaseerd is, bijvoorbeeld getoonde (en overgedragen) eerdere eigendomsbewijzen, testamenten, boedelscheidingen etc. Ook kunnen gegevens voorkomen over eventuele verkoop bij veilingen of bouwkundige bijzonderheden van een overgedragen pand. Voor een groot gedeelte bestaan de akten echter uit vaststaande formulieren.

Wie kan optreden als koper / verkoper?

Als koper / verkoper kan optreden een persoon of een instelling. Voorbeelden van instellingen die onroerend goed aankochten en verkochten zijn de weeshuizen, de kerken en ook de gilden.

Let op: er kan ook sprake zijn van een ‘professionele’ vertegenwoordiging, bijvoorbeeld een zaakwaarnemer of een makelaar. Dus de verkoper is niet altijd de eigenaar en zeker niet altijd de bewoner.

In het zoeksysteem kunt u bij ‘personen’ alleen zoeken op de namen van particuliere kopers en verkopers. Door te zoeken via het vrije zoekveld kunt u ook de namen van instellingen die kopen en verkopen vinden.

Kan er sprake zijn van meer dan één koper of verkoper?

Meerdere kopers komt niet zo vaak voor, meerdere verkopers daarentegen wel. Met name wanneer een pand in eigendom is overgegaan door een erfenis.

Kan de koper/ verkoper een vrouw zijn?

Vrouwen konden niet zelfstandig gerechtelijke handelingen verrichten. Voor gehuwde vrouwen trad de echtgenoot op, zelfs als bij huwelijkse voorwaarden gemeenschap van goederen was uitgesloten. Wel werd in zo’n geval achter de naam van de man een formule gebuikt als “in huwelijk hebbende….”, waaruit bleek dat de man namens de vrouw optrad.

Voor ongehuwde vrouwen en weduwen treedt een voogd op. Voor ongehuwde minderjarige vrouwen was bovendien toestemming nodig van de afstammelingen van de vier paar overgrootouders van de vrouw, als die er waren (“vierendelen zo men die naast konde gekrijgen”) en van de burgemeesters (“rade dezer stede”). De kwijtschelding geschiedde dan “met des voogds hand, bij wete en consent van de rade dezer stede, en goeddunken van hare vierendelen voornoemd”.

Kan de koper/verkoper minderjarig zijn?

Minderjarigen werden vertegenwoordigd door hun voogden, die meestal speciale toestemming van schepenen nodig hadden om de onroerende eigendommen van hun pupillen te mogen verkopen. Zij moesten daartoe een verzoekschrift (rekest) indienen; de beschikking daarop heet appointement. Verzoekschriften aan schepenen met de appointementen daarop werden geregistreerd in de serie schepenminuutregisters die bewaard zijn gebleven over de periode 1677-1808 (toegangsnummer 5061, inventarisnummers 739-1165).

Minderjarigen konden een meerderjarigheidsverklaring vragen aan de Staten van Holland; dit heet “akte van venia aetatis”. Deze stukken bevinden zich in het Nationaal Archief in Den Haag. vgl. J.A. Jaeger, Index op de verzoekschriften om en de door de Staten van Holland en West-Friesland verleende akten van Venia Aetatis (1613-1700) ('s-Gravenhage, 1967)

Wat kan er verkocht worden?

Er worden percelen (‘erven’) en panden verkocht. Ook is het mogelijk dat een deel (‘part’) van een pand wordt verkocht. Dat gebeurt met name na vererving, bijvoorbeeld als één erfgenaam zijn of haar deel verkoopt aan een andere erfgenaam.

Hoe zijn de percelen en panden omschreven?

De percelen en panden kunnen in de akten zijn aangeduid met één van onderstaande elementen of met een combinatie van deze elementen:

  • de naam van het huis zoals die op een uithangbord of gevelsteen te vinden was (let op: het komt voor dat iemand zijn uithangbord meeneemt naar een volgend adres, dus identificeer een pand niet alleen op de huisnaam)
  • de naam van de straat, soms in combinatie met een omschrijving van de ligging van het perceel of pand in de straat of in een buurt
  • de ligging
    Met name wanneer onroerend goed op of buiten de stadswallen lag zijn er geen straatnamen en is veelal alleen de ligging omschreven, bijvoorbeeld “op de Schans” of “buiten de Haarlemmerpoort”.

Voorbeeld van een Ordinaris Kwijtschelding

Deze kwijtschelding betreft een pakhuis op de Lauriergracht met de 'Worstelinge Jacobs' in de gevel, gelegen aan de noordzijde van de gracht, dicht bij het Luthers Weeshuis. Het pakhuis is door Aaltje van der Wal, de echtgenote van Gerrit Scholten, verkocht aan Jan Thomasz.

Uit het stuk is af te leiden dat Aaltje het pakhuis heeft geërfd van haar moeder die het op haar beurt weer van haar zuster had geërfd.

A09226000263

Transcriptie:

ƒ4350.—Contant.
Wy utsupra.-
Schepenen in Amsterdam, oirconden en kennen, dat voor ons
gecompareert zijn Gerrit Scholten, als in huwelijk hebbende
Aaltje van der Wal, en dezelve Aaltje van der Wal, door haar
genoemden man geadsisteerd, en hiertoe geauthoriseert
Hebbende zij Aaltje van der Wal by praelegaat, begrepen
in den Testamente, door haare moeder, wylen Cornelia
Martens, in der tydt weduwe van Baltus van der Wal, op den
22. November 1737. voor Jan Ardinois, Notaris en zeeckere
getuigen alhier verleden, het regt verkregen tot het na
te melden pakhuys, welck pakhuys bevorens aan de
gezyde Cornelia Martens was geprealegateerdt en voor uit
besproken door haare zuster Elizabeth Martens, bij haare
Testamentaire dispositie, in dato 5. October 1736, ten
overstaan van den Notaris Mr. Jan de Vicq Junior, en
getuigen binnen deze stadt gepasseert sijnde de gedagte
Elizabeth Martens geweest weduwe, en vermogens de
mutuele uiterste wille, den 16. July 1699. voor Joannes
van Geuns, Notaris en zeeckere getuigen hier ter stede
gemaakt, Erffgename van Abraham van den Bergh,
die bij ordinaris quytscheldinge, sub dato 9. Mey 1708
den eigendom bekomen heeft tot het erff, waar op nader
: hand door hem Abraham van den Bergh het zelve
onder te noemen pakhuys is doen maken. En de zy
comparanten gelieden indiervoegen verkogt, opgedragen
en quytgeschonden te hebben aan Jan Thomasz, Een
pakhuis en Erve, staande ende gelegen op de Laurier
gragt aan de noordzijde, by het Luthersche Weeshuys,
daar de worstelinge Jacobs in den gevel staat en dat
met alzulke belendingen, streckingen vry- en onvryheden
servituten krimpen, en ligten, als het zelve van oudts ge
: had heeft, ofte nog zoude mogen hebben, niets uytgezondert,
en zo als het zelve voor het tegenwoordige geconstitueerd,
is, en in allen schyne aldaar gelegen is, behynt en betim
: mert staat, en de oude brieven van opdragt daarvan
zijnde komen mede te brengen, waar aan ten dezen
werd gerefereerd. Zullende de coper zijn water moeten
vangen en lyden op en over zijn eigen grond, en zig in
allen gevallen moeten reguleren naar de keuren dezer
stede, en naar die Conditien, waar op de erven aldaar
gelegen, van Stadtswegen uytgegeven en verkogt zijn.
Ende zy Comparanten bekenden daar van al voldaan
en wel betaalt te wezen, den laatsten penning, met
den eersten, zo dat zy daaromme beloofden (onder Ver
: band van alle hunne goederen, roerende, onroerende,
praesente, en toekomende) het voorsz: pakhuis en erve
te vryen en vry te waren, jaar en dag, als men ingelyken
schuldig is te doen, en alle oude brieven affte nemen
sonder arg, offlist in Oirconde ect. den 19. September 1749